
Op de dag van uw eerste activering verandert uw leven voorgoed. De activering vindt doorgaans vier tot zes weken na de implantatie plaats. U ziet misschien uit naar deze dag met hoop, opwinding en verschillende verwachtingen. Wanneer uw cochleaire implantaatsysteem voor de eerste keer geactiveerd wordt, is het doel simpel: het vinden van een prettig volumeniveau binnen het frequentiespectrum (toonhoogtespectrum), zodat uw eerste geluidsprogramma of '-kaart' kan worden gemaakt. Indien u bij de afspraak van uw eerste activering verschil hoort tussen een luid of zacht geluid, bent u al een eind op weg en bij volgende sessies zal er rustig aan naar meer details worden gekeken.
“Eén van de meest memorabele hoorervaringen met mijn cochleaire implantaten was voor mij het horen van mijn dochters stem tijdens de afspraak van de eerste activering.”
— Maria Anderson, kreeg een implantaat toen ze 52 was, bilateraal implantaat op 54-jarige leeftijd
Uw reis naar horen zit waarschijnlijk vol met waardevolle momenten, zoals uw afspraak voor de eerste activering. Deze vindt doorgaans na vier tot zes weken na uw operatie plaats. De tijd tussen deze twee data voelt misschien als een eeuwigheid, maar geeft u de kans om te herstellen en tevens voor te bereiden op uw nieuwe start.
Wat u daadwerkelijk hoort nadat uw cochleaire implantaat van AB is ingeschakeld, hangt af van veel factoren. De details van uw hoorvermogen hangen af van:
Iedere persoon is uniek en iedereen reageert anders op het eerste geluid dat hij of zij hoort. Na wat tijd en oefening zult u steeds meer details in het geluid om u heen horen.
Uw audioloog geeft u misschien informatiemateriaal mee over uw spraakprocessor. Neem deze informatie door vóór de eerste activering.
Als u weet hoe u uw processor correct moet bedienen, zult u meer vertrouwen hebben en bovendien over de kennis beschikken hoe u elke dag optimaal kunt horen.
In het begin zullen spraak en geluid misschien aanvoelen als trillingen of geluid van geratel of vervormd lawaai. Sommige mensen herkennen spraak meteen, maar het kan nog wat mechanisch en kunstmatig of erg schel klinken. Voor anderen klinkt het meteen al acceptabel. Bij mensen die al lang zwaar slechthorend of doof zijn, kunnen de hersenen lang zijn afgesloten geweest voor zinvolle geluiden, in sommige gevallen sinds de geboorte al. Het heeft even tijd nodig voordat de hersenen leren of opnieuw leren hoe ze afzonderlijke geluiden uit de omgeving moeten onderscheiden en herkennen. Maar met wat geduld en oefening komt u er wel.
Naarmate de hersenen ontwikkelen en weten hoe het volledige geluidsplaatje eruit ziet, zal alles wat u hoort steeds natuurlijker worden. De eerste ervaring met horen met een cochleair implantaat is slechts de basis voor de geluiden die u na een tijdje luisteren en oefenen zult horen.
Uw audioloog maakt gebruik van speciale software om een set programma's voor uw spraakprocessor voor u persoonlijk in te stellen. Tijdens dit proces gaat u als het goed is voor het eerst geluid horen. U dient dan uw audioloog te vertellen wat u hoort, alsmede het volume en de toonhoogte van het geluid.
Uw audioloog sluit het programmeersysteem aan op uw processor en plaatst een zendspoel over uw implantaat. Het bezoek begint met het doorlopen van de diagnostiek en het testen van de software om er zeker van te zijn dat alles actief is, waaronder uw gehoorzenuw.
De audioloog zal langzaam het volume opvoeren en u vragen een seintje te geven zodra u iets hoort. U kunt ook een piepend geluid horen, afhankelijk van de programmeermethode die de audioloog hanteert. Het is goed om te weten dat het niet uitmaakt wat u hoort en of u geluid herkent. Het meest belangrijke is dat u uw audioloog laat weten wanneer u begint te horen of auditief iets waarneemt. Het geluidsniveau dat u het prettigste vindt, verandert mettertijd. Het volume dat u op de eerste dag kiest, is dus niet per se het definitieve niveau na latere programmeersessies.
Er kan u gevraagd worden om het volume van twee geluiden te vergelijken, zodat uw audioloog het volume kan instellen voor verschillende toonhoogtes. Dit kan worden herhaald met verschillende geluiden. Onthoud dat het volume verwijst naar de luidheid van geluiden; de toonhoogte verwijst naar de hoogte van de toon. Een geluid met een lagere toonhoogte bijvoorbeeld klinkt dieper, zoals een bassdrum of een mannenstem. Een geluid dat een hogere toonhoogte heeft, klinkt eerder als een fluitje of een vrouwenstem. U wilt waarschijnlijk dat het volumeniveau hetzelfde is, zelfs wanneer de toonhoogte anders is. Het klinkt misschien ingewikkeld, maar deze handeling gaat mettertijd steeds eenvoudiger.
De Naída CI spraakprocessor en de Neptune spraakprocessor kunnen elk vijf luisterprogramma's opslaan. Tijdens uw eerste afspraak begint uw audioloog met een programma of geeft u enkele programma's die u kunt testen voor de volgende afspraak. Uw audioloog vertelt u waarvoor elk programma dient en hoe u de programma's kunt gebruiken en vergelijken. U dient het programma of de programma's te evalueren volgens instructie en uw spraakprocessor gedurende de meeste uren dat u wakker bent, te dragen. Het is belangrijk om goed bij te houden hoe programma's klinken; noteer tevens successen en problemen bij het horen van bepaalde geluiden of in bepaalde omgevingen.
U kunt het beste kunt uw partner, naaste familielid of een vriend(in) meenemen. Uw audioloog heeft hierin ook enige inspraak en kan vragen om bepaalde personen mee te brengen.
Volwassen of jongere dragers moeten kunnen focussen op het luisteren en werken met de audioloog. Dit kan erg vermoeiend zijn en langer dan een uur duren. Het is lastig om te voorspellen hoeveel u meteen al zult verstaan. Eén of twee mensen is genoeg om u ondersteuning te bieden.
Naarmate u went aan uw nieuwe cochleaire implantaat, zal het geluid veranderen in de eerste dagen, weken en maanden. Dit is een natuurlijk fenomeen dat gepaard gaat met veranderingen in het auditieve systeem wanneer uw zenuwen en hersenen (opnieuw) in aanraking komen met geluid.
Het kost tijd en oefening voordat er sprake is van een optimaal gehoor met cochleaire implantaten. We wijzen u er met nadruk op dat dit een proces is, niet een specifiek moment. Net zoals mensen met een goed gehoor hebben moeten leren luisteren, heeft ook u of uw kind oefening nodig. U kunt samen met uw audioloog of logopedist een revalidatieplan opstellen.
Voordat u het centrum verlaat, dient u zeker te weten dat u begrijpt hoe u de processor en batterijen van uw cochleaire implantaatsysteem moet plaatsen en gebruiken. U kunt de Snelstartgids en Gebruiksaanwijzing opnieuw doornemen nadat u wat ervaring hebt opgedaan met uw systeem. Onthoud wel: het geluid kan in het begin niet zo prettig aanhoren met uw cochleaire implantaat, maar het is zeer belangrijk om de spraakprocessor gedurende de meeste uren dat u wakker bent, toch te dragen.
Wanneer u begint met uw reis naar horen, is het nuttig om te weten dat drie aspecten invloed hebben op de ontwikkeling van het gehoor:
Het is van bijzonder belang om geduld te hebben wanneer uw auditieve systeem zich aan het ontwikkelen is. De ene gebruiker boekt sneller vooruitgang dan de andere; deze snelheid hangt af van het oefenen en herhaaldelijke ervaringen bij volwassenen.
In de komende maanden heeft u meerdere afspraken gepland staan om zaken af te stellen en uw voortgang te evalueren. Met de informatie die u verstrekt over uw ervaringen met het geluid en verschillende programma's, kan de audioloog uw gehoor nog verder optimaliseren.
Neem contact op met een specialist indien u vragen heeft.